Bezuinigingsmonitor
terug naar overzicht 1e kwartaalrapportage |
---|
Bij de Programmabegroting 2020 en Programmabegroting 2021 zijn er bezuinigingen doorgevoerd. In de Programmabegroting 2023 is daar de ombuiging takendiscussie bijgekomen.
Per bezuiniging/ombuiging is hier de voortgang aangegeven. Bij de behandeling van de programmabegroting 2023 heeft de raad de motie RG-273 'Naar een betere bezuinigingsmonitor' aangenomen. De motie vraagt het college om in de vierde kwartaalrapportage de monitor te voorzien van het antwoord op 2 vragen:
- hoe wordt de bezuiniging gerealiseerd?
- welke eventuele obstakels zijn er in de uitvoering van de bezuiniging?
We geven in deze kwartaalrapportage een update.
Hierbij kennen we de volgende statussen:
| op schema |
---|---|
| vertraagd |
| niet ingevuld |
Hieronder geven we een korte toelichting bij iedere bezuiniging. Bezuinigingen die voor het tweede kwartaal achter elkaar op 'groen' staan of concreet zijn ingevuld nemen we niet meer op in de monitor. In deze rapportage is daarom de bezuiniging op ICT niet meer opgenomen.
bedragen x € 1.000
status Q4 | status Q1 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting 2020 | |||||||
Evenementen | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 | ||
Beheer en onderhoud | 0 | 900 | 900 | 900 | 900 | ||
Versoberen meldkamer parkeerbedrijf | 0 | 40 | 100 | 100 | 100 | ||
begroting 2021 | |||||||
Jeugdhulp: invoeren eigen bijdrage | 0 | 0 | 1.220 | 6.100 | 6.100 | ||
Jeugdhulp: voorkomen residentiële hulp | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.700 | ||
jeugdhulp: terugbrengen volumegroei | 0 | 1.500 | 3.000 | 6.000 | 7.400 | ||
Wmo ondersteuningsarrangementen | 295 | 1.210 | 1.910 | 1.910 | 1.910 | ||
geamendeerd bij RV welzijnskader | |||||||
Poppodium de Meester | 0 | 0 | 0 | 250 | 250 | ||
begroting 2023 | |||||||
Ombuiging takendiscussie | 0 | 0 | 3.000 | 6.000 | 11.600 |
Evenementen
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
De bedoeling is om meer inkomsten via evenementen binnen te halen, onder andere door tariefsverhoging.
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
Oorspronkelijk was er ook al een taakstelling in 2021 en 2022. Omdat we tijdens corona geen prijsstijgingen wilden doorvoeren is voor deze jaren de bezuiniging teruggedraaid.
Voor 2023 zou er een plan worden uitgewerkt hoe de taakstelling kon worden ingevuld. We verwachten dit op te leveren bij de tweede kwartaalrapportage. In 2022 is een tekort van ongeveer € 0,1 miljoen, omdat er mede door corona nog steeds minder evenementen waren. De taakstelling staat daarom op rood. Als we geen maatregelen nemen leidt dit ook vanaf 2023 tot tekorten.
Beheer en onderhoud
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
Deze bezuiniging moest oorspronkelijk worden ingevuld door nieuwe gebieden zo in te richten dat het beheer goedkoper wordt. Het idee was dat elke keer als we een nieuwe wijk opleveren, we dan een stukje van de bezuiniging zouden realiseren.
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
Uit het Strategisch assetmanagement plan, dat begin 2022 aan de raad is aangeboden, blijkt dat het beheer van nieuwe wijken gemiddeld juist duurder is. De bezuiniging kan daarom niet op deze manier worden ingevuld.
Alternatieve wijze van invullen van de bezuiniging
In het coalitieakkoord is aangegeven dat er extra geld beschikbaar komt voor beheer en onderhoud. Ook gaan we meer geld beschikbaar stellen voor de kostengroei door de groei van de stad (autonome groei). Hiervoor zijn twee uitwerkingsopdrachten opgenomen in deze begroting. Deze uitwerkingsopdrachten moeten de oplossing bieden voor deze bezuiniging.
Versoberen meldkamer parkeerbedrijf
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
Deze bezuiniging willen wij realiseren op het moment dat het nieuwe contract voor uitvoering van het parkeerbeheer wordt afgesloten. We willen daarbij de dienstverlening aan de klant versoberen om een goedkoper contract af te kunnen sluiten. Hierbij willen wij bijvoorbeeld de bemenste openingstijden terugbrengen. Dit betekent dat mensen voor de slagboom worden doorgeschakeld naar een centrale meldkamer elders in het land buiten deze tijden.
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
Het betreft hier een niche markt. Wij wilden in augustus 2023 de aanbesteding doen. Echter hebben marktpartijen aangegeven dat de planning van de aanbesteding per augustus 2023 moeilijk haalbaar is. Als wij dan toch de aanbesteding in augustus 2023 doen bestaat de kan dat er (te) weinig inschrijvende partijen zullen zijn. De aanbesteding is voor nu 7 maanden uitgesteld. Om de concurrentie optimaal te benutten hebben wij besloten tot uitstel. Het financiële effect van deze vertraging kan voor 2023 nog opgevangen worden binnen de reguliere begroting van parkeren. Na de aanbesteding zal moeten blijken of de bezuiniging uiteindelijk wordt gerealiseerd.
Jeugdhulp: invoeren eigen bijdragen
Het invoeren van eigen bijdrage voor de jeugdhulp is de belangrijkste maatregel voor de extra bezuiniging van € 500 miljoen die het kabinet in het regeerakkoord heeft opgenomen. Voor Almere gaat het om € 6,1 miljoen. De Eerste en Tweede Kamer moeten nog een besluit nemen over het invoeren van eigen bijdragen. Hiervoor moet de jeugdwet worden aangepast. Hier is veel weerstand tegen, zowel maatschappelijk, als bij gemeenten als in de eerste en tweede kamer. Toch wil het kabinet de bezuiniging doorzetten. Wij gaan er daarom vanuit dat het Rijk, of via het invoeren van een eigen bijdrage of met extra budget, de bezuinigingen invult. De verantwoordelijkheid ligt dus in eerste instantie bij het Rijk. Omdat er nog geen concrete maatregelen zijn genomen staat de bezuiniging op Oranje .
Jeugdhulp: voorkomen residentiële hulp
In het advies van de commissie van wijzen zit een maatregel om de residentiële zorg met 25% te verminderen (jeugdhulp met verblijf). Wij vinden het zelf ook erg belangrijk om de jeugdhulp met verblijf te verminderen. Het samenwerkingsverband had samen met ons een transitieopgave om zware jeugdhulp met verblijf om te zetten naar andere vormen van jeugdhulp Het budget van het lumpsum contract met het samenwerkingsverband was hiermee ook verlaagd. De afgelopen jaren is deze besparing niet gerealiseerd. De korting op het budget is daarom ook teruggedraaid en de kosten zijn toegenomen. Eind 2022 is het contract met het samenwerkingsverband afgelopen. We betalen de jeugdhulp met verblijf nu weer op basis van declaraties van werkelijk zorg inzet (p x q). We laten nu de kosten van de jeugdhulp met verblijf gematigd (1,5% per jaar) stijgen in de begroting. Ook zijn de tarieven fors verhoogd. Landelijk staat deze besparing nog wel ingerekend vanaf 2026. Het budget is landelijk gekort met € 300 miljoen. Voor Almere gaat het om € 3,7 miljoen.
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
Gemeenten en VNG zijn het niet eens met de omvang van deze bezuiniging. De inzet van de VNG en gemeenten is om tot een realistische bezuiniging te komen, waarbij het overgrote deel van deze bezuiniging moet worden teruggedraaid. De eerste maatregel is dus inzetten om de bezuiniging grotendeels van tafel te krijgen.
Zoals eerder aangegeven vinden wij het zelf ook erg belangrijk om de jeugdhulp met verblijf te verminderen. Dit wordt versterkt omdat er relatief veel Almeerse kinderen zware vormen van jeugdhulp met verblijf hebben. Het gaat dan om gesloten jeugdzorg + en behandeld wonen, inclusief 3 milieus. We gaan daarom in 2023 verder met de volgende maatregelen:
- kostprijsonderzoek jeugdhulp met verblijf
- inzetten van het team intensief ambulante zorg
- in kaart brengen van alternatieve zorgvormen
- verkleinen van groepsgrootte moet leiden tot minder aanbod en gebruik
Welke algemene obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
- De tarieven 2023 voor de zorgvormen behandeld wonen en gesloten jeugdzorg + lijken landelijk rond het niveau van de tarieven 2023 in Almere te liggen. Maar de zorg die per regio wordt geboden is niet altijd goed vergelijkbaar. Het kostprijsonderzoek moet hierin duidelijkheid geven
- Het team voor intensieve ambulante zorg moet nog echt op stoom komen. Ook is onduidelijk in welke mate de zorgvorm goedkoper is dan jeugdhulp met verblijf
We zijn bezig met het uitvoeren en invoeren van de maatregelen. Het effect hiervan is onzeker, zowel als het gaat om de inzet van zorg als om financiën. We zullen gedurende het jaar zien hoeveel jeugdhulp met verblijf er wordt geleverd via de nieuwe contracten. Dit is nu nog onduidelijk. Ook heeft het Rijk nog geen signaal afgegeven dat de bezuiniging mogelijk wordt verlaagd. De bezuiniging staat daarom op rood .
Jeugdhulp: beperken volumegroei tot 1,5%
De volumegroei van de jeugdhulp moet worden beperkt met de gemeentelijke maatregelen. Met de monitoring van deze maatregelen worstelen we. De bezuinigingsmonitor zou een samenvatting moeten zijn van de rapportage jeugd. De rapportage die de raad heeft gekregen voldeed niet aan de verwachtingen. Er moet nu een nieuwe rapportage komen voor 1e kwartaal 2023. We kunnen dit op zijn vroegst verwerken in de eerste kwartaalrapportage 2023. Het opzetten van deze rapportage wordt een grote uitdaging. Ook is de problematiek van de jeugdhulp zo veelkoppig dat het moeilijk is om dit in een korte rapportage te vatten.
Totdat er een nieuwe jeugdhulprapportage kunnen rapporteren op de 8 maatregelen uit de vorige monitor. Dit zijn:
Hoe gaan we de bezuiniging invullen? | Welke obstakels per maatregel |
---|---|
Sturingsplannen met afgesproken streefwaardes | Er zijn te weinig contractmanagers |
Duidelijker kaders en versterking proces en beoordeling aanvragen toegang | |
Team gezinsbegeleiding | Er zijn nog geen harde conclusies over afname van de jeugdhulp, maar wel er is wel het inzicht dat voor de jeugdhulp naar het hele gezin moet worden gekeken |
Meer interventies om een verergering van de problemen dier er al zijn te voorkomen. En dus de stap naar jeugdhulp met beschikking voorkomen. | |
Samenhang in het preventieve aanbod en kwaliteitsverbetering, consensus met partners over strategie verbetering jongerenwerk | Er wordt toegewerkt naar een betere onderbouwing van de effectiviteit van de ingrepen |
Een andere aanpak van veel voorkomende ‘stoornissen’ die nu tot behandeling leiden | Er zijn meer verwijzingen via de praktijkondersteuner huisarts en minder van de huisarts. |
Ontwikkeling van een nog ontbrekend aanbod intensief ambulante jeugdhulp als alternatief voor uit huis plaatsing | Er zijn 25 uithuisplaatsingen voorkomen en 6 kinderen terug naar huis begeleid |
Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming | We werken in de hele stad via TOP 3 methode |
Het probleem is dat we de effecten niet per maatregel kunnen monitoren. Dus we kunnen alleen kwalitatief aangeven wat we doen. Verder is het probleem veel groter. Zie ook de obstakels onderstaan benoemd. De bezuiniging staat daarom op. rood .
Welke algemene obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
Er zijn diverse risico’s en ontwikkelingen die invulling van de bezuiniging onzeker maken
- De jaarlijkse groei van het zorggebruik van de jeugdhulp zonder verblijf. De afgelopen jaren stegen de kosten met 15% per jaar of meer. De groei lijkt zich in 2021 en 2022 te stabiliseren. In de 2 e helft van 2021 was de groei 6%. Naar huidige inzichten verwachten we dat het zorggebruik in 2022 ongeveer met 1,5% is gestegen ten opzichte van 2021. Hier zitten nog wel onzekerheden.
- De financiële situatie bij Triade Vitree is zorgwekkend. Ook lopen de declaraties achter en is de bedrijfsvoering niet op orde. Hierdoor is de onzekerheid over het kostenniveau 2022 groot.
- De aanbieders van de jeugdhulp met verblijf geven aan dat de zorgkosten hoger liggen dan het contract dat met hun is gesloten. Hiervoor is in 2021 een risicodossier ingediend. De kosten voor Almere in dit risicodossier zijn € 2,2 miljoen. Hierover zijn we nog in gesprek, maar deze kosten kunnen zich ook in 2022 en verder voordoen.
- We moeten zowel de jeugdhulp met verblijf als jeugdhulp zonder verblijf in 2024 en 2025 gaan aanbesteden. Dit is een kans, want hierdoor kunnen we opnieuw de contracten gaan vormgeven en inrichten. Maar dit is wel ingewikkeld gebleken. De voorbereiding van deze aanbesteding is essentieel. Daarnaast wordt in 2023 de jeugdhulp met verblijf tijdelijk opnieuw aanbesteed. De financiële effecten hiervan zijn we nu in beeld aan het brengen
- Landelijk zien we de kosten van de jeugdhulp ook nog steeds toenemen. Daarnaast vertraagd de hervormingsagenda. Hierover heeft de G40 een brief aan het Rijk gestuurd. Van veel van de bezuinigingen die in de hervormingsagenda zijn opgenomen is de financiële opbrengst nog niet aangetoond
- We hebben maar beperkte gegevens. Voor de jeugdhulp zonder verblijf kunnen we behoorlijk goed terugkijken. Voor de jeugdhulp met verblijf zijn er weinig tot geen gegevens over het zorggebruik beschikbaar. Hierdoor hebben we bijvoorbeeld ook nog weinig inzicht in de effecten van de wijziging van het woonplaatsbeginsel
Deze risico's spelen door elkaar heen, zijn moeilijk meetbaar en zijn niet 1 op 1 te plotten op de 8 maatregelen. De algemene vraag is hoe we hier nu mee om moet gaan in de rapportage
Wmo ondersteuningsarrangementen
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
Vanaf 2023 gaan de nieuwe contracten met zorgaanbieders in voor individuele begeleiding, dagbesteding en huishoudelijke ondersteuning. We werken niet meer met arrangementen maar met producten die volgens uren/dagdelen worden beschikt. Ook hebben we de werkwijze aangepast en het aantal aanbieders teruggebracht. We hebben nu 13 aanbieders voor individuele begeleiding en dagbesteding en 6 voor huishoudelijke ondersteuning. Dit zijn aanbieders die qua visie, ervaring en kennis het beste bij ons passen en waarmee we de veranderingen vorm kunnen geven. Doordat er geen arrangementen meer zijn maar individuele zorgproducten gaan we onze klanten her indiceren. Hierbij gaan we kijken welke zorg het meest passend is voor de klant. Hierbij kijken we ook naar effectiviteit en efficiëntie van de zorg. Hierdoor moet de zorg betaalbaar blijven. N aar verwachting zullen er circa 5.000 herindicaties plaatsvinden.
Uitgangspunt voor de nieuwe werkwijze is dat de zorg terecht komt bij de inwoners die deze het meest nodig hebben. Bezuinigen of het behalen van een financiële taakstelling is niet het doel. Intentie is het bieden van passende zorg. We verwachten wel dat de nieuwe werkwijze zal leiden tot een kostenbesparing.
Welke maatregelen zijn er nodig?
De indicatiestelling is het belangrijkste instrument voor het inzetten van passende zorg.
- Nieuwe indicatiestelling huishoudelijke hulp: De verwachting is dat binnen deze groep de indicaties niet heel erg gaan wijzigen ten opzichte van 2022. Je hebt wel of geen recht op huishoudelijke hulp, dat verandert niet. Er wordt wel gekeken welke zorg en intensiteit passend is.
- Nieuwe langjarige indicaties voor mensen met langdurig zorggebruik. Dit is een groep mensen waarvan de verwachting is dat ze niet verbeteren en uiteindelijk naar de WLZ zullen uitstromen. Deze klanten krijgen een langjarige indicatie. Dit zorgt voor rust bij de inwoner en ook voor minder personeelsinzet
- Nieuwe indicaties voor klanten met ontwikkelpotentieel: Op deze groep zit inhoudelijk de meeste verbetercapaciteit.
- Ook wordt er vanaf 2025 weer een inkomensafhankelijke bijdrage voor de huishoudelijke ondersteuning ingevoerd. Het Rijk moet met een wetswijziging komen. Hiervoor zijn we € 0,9 miljoen gekort. De verwachting is dat de mensen met hogere en hogere middeninkomens waarschijnlijk weer zullen kiezen voor particuliere hulp en de kosten dus ook afnemen.
Om goede indicaties af te kunnen geven zorgen we voor de volgende randvoorwaarden:
- een handreiking voor de ureninzet en deskundigheidsbevordering van medewerkers bij gemeente, wijkteams en aanbieders.
- het Almeers indicatieprotocol voor huishoudelijke ondersteuning is vanaf 2023 de basis voor het indiceren;
- opleidingen voor WMO-consulenten
- we verwachten betere en scherpere indicaties te kunnen stellen, doordat we de afspraken hebben aangepast;
- met de nieuw ontwikkelde werkwijzen zetten we in op meer efficiency en kwaliteit.
Ook nemen we nog een aantal maatregelen om beter te kunnen sturen op het zorggebruik
- Betere samenwerking met aanbieders over de verwachte inzet en kosten
- afspraken met contractmanagement ten aanzien sturing financiële kaders per aanbieder ;
- in samenwerking met zorgaanbieders zijn de normeringen op deze KPI’s gesteld
- tarieven worden bijgesteld als blijkt dat het niet haalbaar is met deze tarieven de nodige (specialistische) zorg te leveren
- nieuwe WMO-verordening is door de raad reeds vastgesteld (september 2022).
Gezien de maatregelen goed in beeld zijn, maar deze nog niet financieel vertaald kunnen worden staat de bezuiniging op oranje .
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging?
- alle inwoners met WMO-ondersteuning moeten opnieuw geïndiceerd worden. Dit is een grote tijdsinvestering en vraagt tijdelijk extra capaciteit van Wmo consulenten. Hiervoor is € 0,5 miljoen extra budget beschikbaar gesteld. Mogelijk gaat dit extra geld kosten, maar dat is nog niet zeker. We brengen dit in kaart en gaan intern ook in overleg hoe dit betaald kan worden.
- voor inwoners met een WMO-ondersteuning zal deze nieuwe werkwijze wennen zijn en mogelijk tot onrust leiden
- voor zowel begeleiders bij zorgaanbieders als Wmo-consulenten betekent deze nieuwe werkwijze ook een extra investering in tijd, houding en gedrag;
- het eerste jaar is een overgangsjaar waardoor data over dat jaar nog geen compleet beeld geven voor de toekomst (normen KPI’s);
- omdat we met een nieuwe werkwijze werken, weten we op voorhand niet exact hoe dit financieel uitpakt. Hierop hebben we nu ook nog geen zicht. We hopen hierover meer te kunnen melden bij de volgende kwartaalrapportage;
- het aantal beschikbare vrijwilligers laat een dalende trend zien wat mogelijk kan leiden tot een stijging van inzet van professionals in de WMO-ondersteuning;
- stijging in aantal/tijdseenheid WMO-ondersteuning kan leiden dat er voor innovatie geen ruimte is bij zorgaanbieders.
- Naar aanleiding van signalen van zorgaanbieders zijn er afspraken gemaakt in de raad om de tarieven voor ondersteuning intensief te monitoren. Als blijkt dat het niet haalbaar is voor deze tarieven de nodige (specialistische) zorg te leveren, moeten deze tarieven bijgesteld worden. Hierdoor kunnen de kosten stijgen.
Hoe gaan we de effecten monitoren?
- afspraak met raad om de tarieven voor ondersteuning intensief te monitoren;
- werken met prestatie indicatoren om de effectiviteit van ondersteuning, clientervaringen, uitstroom en doorstroom te kunnen monitoren;
- periodieke rapportages van zorgaanbieders op de prestatie-indicatoren en bespreken in het Multidisciplinair team (MDT).
Poppodium De Meester
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
De bezuiniging op welzijn is voor € 250.000 ingevuld door de bijdrage aan poppodium De Meester niet meer uit welzijnsbudgetten te betalen. In 2023 en 2024 betalen we De Meester uit extra geld vanuit coronasteunpakket voor cultuur. Hiermee is de financiering van De Meester tot en met 2024 geregeld.
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
In 2023 wordt een plan ontwikkeld voor een poppodium dat aansluit bij de Culturele Strategie voor Almere in de toekomst. In dit plan worden verschillende scenario’s geschetst voor popcultuur in Almere, aansluitend bij talentontwikkeling en jongerencultuur. Deze scenario’s worden opgeleverd in mei 2023. Het is op dit moment nog onzeker hoe popcultuur vanaf 2025 vorm kan krijgen in Almere.
Ombuiging takendiscussie
Hoe gaan we de bezuiniging invullen?
De versterking van onze organisatie is een belangrijk doel van dit college. Hiervoor trekken we extra geld uit. Structureel moeten deze extra investeringen worden terugverdiend met een ombuiging. Er wordt een project ingericht met als opdracht een integraal plan met ombuigingsvoorstellen te formuleren. Medio 2023 zal dit voorstel worden afgerond, zodat dit kan worden meegenomen in de Programmabegroting 2024. De insteek is het terugbrengen van taken (structureel of projectmatig) waarbij zal worden gestart met taken die nadrukkelijk niet in het coalitieakkoord staan en geen onderdeel zijn van vastgesteld beleid. Hierbij onderzoeken we ook alternatieve scenario’s inclusief een impactanalyse. De opdracht is gericht op een besparing van € 11,6 miljoen structureel vanaf 2026. Hiermee betalen we structureel de versterking van de organisatie.
Welke obstakels zijn er bij het invullen van de bezuiniging
Het opstarten en uitvoeren van deze maatregel kost veel tijd. We hebben een bureau gevonden die ons helpt met het uitwerken van deze opdracht. De volgende stappen gaan we doorlopen:
- er is een ambtelijke stuurgroep die het proces en de besparingsdoelstelling bewaakt en een werkgroep (samen met het externe bureau) die het project uitvoert
- Er wordt met iedere afdeling een gesprek gevoerd over de mogelijke maatregelen / besparingen binnen het domein. De eerste gesprekken hebben plaatsgevonden.
- De resultaten worden samengebracht en bij de stuurgroep teruggelegd
- Met de stuurgroepleden en deskundigen worden themasessies gehouden om de maatregelen / besparingen uit de sessies met de afdelingen met elkaar te verbinden en verder uit te werken
- Eind 2 e kwartaal wordt op basis van de uitkomsten een voorstel gedaan richting het college
- Dit voorstel zal ook met de raad worden besproken, besluitvorming vindt plaats in de Programmabegroting 2024