Het perspectief is verbeterd met ongeveer € 11 miljoen. Dit komt door de verwerking van de meicirculaire 2023. Hierin is het accres uit 2026 van € 11,6 miljoen structureel geworden. Verder zijn er verschillende mee- en tegenvallers die per saldo neutraal zijn.

De buffer is niet veel veranderd sinds het eerste kwartaal. We hebben een meevaller door het aanvullende resultaat van de jaarrekening 2022. Door de hertaxatie van landbouwgronden kon een voorziening van € 13,5 miljoen vrijvallen. Ook het perspectief is verbeterd, waardoor we minder geld uit de buffer hoeven te halen in de aankomende jaren. Hier staan de hogere kosten voor de jeugdhulp in de eerste jaren tegenover.

De grootste meevaller is het gemeentefonds. We krijgen € 11,6 miljoen extra accres in 2027. Daar staat tegenover dat het gemeentefonds lager uitvalt door een bijstelling op de maatstaven. Ook krijgen we minder geld voor de loonstijgingen. Verder is de langlopende renteverwachting gedaald. Daarnaast valt het afboeken van de kunstgrasvelden vanwege afschrijvingen in het verleden mee. Als laatste is de oplevering van enkele voorzieningen vertraagd waardoor we een vrijval van kapitaallasten hebben.

De grootste tegenvaller zijn de extra kosten voor de jeugdhulp. Voor de jeugdhulp met verblijf betekent dit voor de jaren 2023-2027 € 17,4 miljoen aan extra kosten. Hier staat deels een verhoging van de taakstelling tegenover. We treffen een risicoreservering van € 6,9 miljoen voor het geval dat deze taakstelling niet volledig wordt ingevuld. Ook de jeugdhulp zonder verblijf wordt de aankomende jaren € 6 miljoen duurder. Een nadere toelichting op de jeugdhulp kunt u vinden in de risicogroep sociaal domein. Daarnaast verwerken de openstaande bezuiniging van de takendiscussie in 2024.