Asschergelden
We vinden het belangrijk dat alle peuters naar een voorschool kunnen gaan. Ouders kunnen daar kinderopvangtoeslag voor aanvragen. In 2016 besloot minister Lodewijk Asscher elk jaar geld aan gemeenten te geven voor peuters van ouders die geen kinderopvangtoeslag kunnen krijgen. Wij krijgen hiervoor jaarlijks € 0,4 miljoen voor van het Rijk. We betalen instellingen voor het aanbod voor deze peuters. |
---|
bedragen x € 1 miljoen | ||||||||||||||
realisatie | begroting | |||||||||||||
kostensoort | lasten 2021 | baten 2021 | lasten 2022 | baten 2022 | lasten 2023 | baten 2023 | lasten 2024 | baten 2024 | lasten 2025 | baten 2025 | lasten 2026 | baten 2026 | lasten 2027 | baten 2027 |
subsidieontvangst | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |||||||
totaal | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,4 |
Is deze activiteit door ons beïnvloedbaar en zo ja, in welke mate?
Deze activiteit is: | volledig beïnvloedbaar | ||
Dit geld is volledig beïnvloedbaar. We beslissen zelf over de inzet van de Asschergelden. We kunnen de kosten ook betalen uit het geld voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Bij de programmabegroting 2021 is daarom besloten om de Asschergelden in 2020, 2021 en 2022 tijdelijk ergens anders voor te gebruiken. Daarna kijken we opnieuw hoe we de Asschergelden inzetten. In de 2e kwartaalrapportage 2023 zijn de middelen van 2023 en 2024 betrokken bij de takendiscussie. |
Maatschappelijke gevolgen
Niet van toepassing omdat we er (tijdelijk) voor gekozen hebben het geld ergens anders voor te gebruiken. |
---|
Wat zijn de externe factoren (risico’s) die de activiteit kunnen beïnvloeden?
Voor deze activiteit zien wij geen risico's met een financieel gevolg. |
---|