We hebben structureel € 13,2 miljoen om de hoge inflatie in 2022 en 2023 op te vangen
In de 3 e kwartaalrapportage 2022 hebben we een inflatiebuffer in het leven geroepen. De buffer is structureel budget bedoelt om loon- en prijsstijgingen uit 2022 en 2023 te betalen die hoger zijn dan waar we in de begroting rekening mee houden. Het gaat zowel om loon- en prijsstijgingen binnen de gemeente als bij gesubsidieerde instellingen. In de 4 e kwartaalrapportage hebben we alleen een besluit genomen over de onvermijdelijke knelpunten in 2023. We actualiseren deze knelpunten in deze rapportage. Bij de Programmabegroting 2024 wordt besloten of er ook budget vanaf 2024 en verder beschikbaar wordt gesteld. We stellen in deze kwartaalrapportage de hoogte van de buffer bij. Er zijn een aantal wijzigingen:
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | structureel |
---|---|---|---|---|---|---|
a. inflatiebuffer Q4 2022 | 3.181 | 10.200 | 10.200 | 10.200 | 10.200 | 10.200 |
b. fout Q4 2022 | -5.800 | -11.400 | 6.800 | |||
bijgestelde stand inflatiebuffer Q4 rapportage | -2.619 | -1.200 | 17.000 | 10.200 | 10.200 | 10.200 |
c. kasschuif | 6.800 | -6.800 | ||||
d. Voorjaarsnota Rijk | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
begrotingswijziging Q1 rapportage | 3.000 | 9.800 | -3.800 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
inflatiebuffer na bijstellingen | 381 | 8.600 | 13.200 | 13.200 | 13.200 | 13.200 |
a t/m c Inflatiebuffer Q4 2022 en correctie
Regel (a) geeft aan hoeveel geld er beschikbaar is vanuit de 4 e kwartaalrapportage 2022. We hebben de inflatiebuffer bij de Q4 rapportage 2022 per ongeluk te hoog gepresenteerd. Dit corrigeren wij nu (regel b). Dit komt door een rekenfout bij het aanvullen van de buffer. Hierdoor is er in 2023 en 2024 minder geld beschikbaar. In 2025 is er juist € 6,8 miljoen te veel geld beschikbaar. We stellen voor om de € 6,8 miljoen via een kasschuif toe te voegen aan het jaar 2023 (regel c).
d. Voorjaarsnota Rijk
Wij verwachten extra geld te krijgen voor de hogere stijging van lonen en prijzen. Dit komt omdat het CPB hogere inflatie voorspeld, ook voor de jaren 2022 en 2023. Dit blijkt uit het centraal economisch plan 2023. De afspraak is dat gemeenten hiervoor worden gecompenseerd door het Rijk. Omdat ook de inflatie over 2022 en 2023 hoger ligt nemen we dit nu mee in de inflatiebuffer. We weten pas zeker hoeveel geld we krijgen als het Rijk de voorjaarsnota heeft opgesteld en dit is vertaald in de meicirculaire. Dit nemen wij mee in de 2 e kwartaalrapportage 2023.