2e kwartaal

Afwijkingen per risicogroep

In de begroting 2023 hebben we een structurele buffer gevormd om de extreem hoge inflatie mee te kunnen betalen.

Er zijn de afgelopen periode grote veranderingen in de opbouw van de inflatie geweest. In 2022 stegen de energieprijzen tot ongekende hoogte. Hierdoor steeg de inflatie ook sterk. De gasprijs is inmiddels weer gedaald naar een redelijk normaal niveau. De inflatie is inmiddels ook weer wat lager, maar historisch gezien nog steeds erg hoog. De inflatie zit rond de 6%, terwijl de Europese Centrale Bank streeft naar 2%.

We hebben vanaf 2025 nog € 4 miljoen om de hoge inflatie op te vangen

Hierin zitten nog wel onzekerheden:

  • De knelpunten en risico’s zijn nog niet compleet. We blijven deze het hele jaar volgen en bijstellen via de kwartaalrapportages. We hopen bij de Programmabegroting 2024 (Q3) een compleet beeld te hebben
  • Vanaf 2025 hebben we nog geen rekening gehouden met hogere energiekosten voor de gemeente. In de 3 e kwartaalrapportage 2021 zijn we er vanuit gegaan dat de energiekosten in 2023 en 2024 € 6 miljoen per jaar hoger zijn. We zullen moeten afwachten welk deel van deze kostenstijging structureel is.

In de tabel hieronder zien we welke claims er op de inflatie buffer liggen

bedragen x € 1.000

omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

struct

Inflatiebuffer na Q1 2023

-124

8.580

13.152

13.043

12.948

12.884

lagere compensatie voor inflatie mei-circulaire

0

-4.500

-4.500

-4.500

-4.500

-4.500

energielasten gemeentelijke sportaccommodaties

550

overschot inflatiebuffer t.g.v. perspectief

-426

beschikbaar voor inflatie

426

4.080

8.652

8.543

8.448

8.384

we besluiten bij de begroting 2024 over:

extra l&p instellingen (7,32% i.p.v. 5,58%)

-1.127

-1.122

-1.122

-1.122

-1.122

dagelijks verzorgend onderhoud

-2.500

-2.000

-2.000

-2.000

-2.000

indexatie leerlingenvervoer

-190

-190

-190

-190

-190

aanbesteding schulddienstverlening

-400

-400

-400

-400

-400

huisvestingskosten wijkteams

-15

-15

-15

-15

-15

schoonbestekken stadsreiniging

-300

-300

-300

-300

-300

ondersteuning energiekosten sportverenigingen

pm

pm

pm

pm

pm

energiekosten gemeenten

pm

pm

pm

pm

Prijsstijging Wmo hulpmiddelen

-200

-200

-200

-200

-200

GGD Flevoland energieprijzen

-100

verhoging tarief pleegzorg

-200

-200

-200

-200

-200

over na nog niet vastgestelde knelpunten en risico’s

0

-952

4.225

4.116

4.021

3.957

 

Vanuit de eerste kwartaalrapportage kwam een tekort van € 0,12 miljoen. Dit hebben we ten laste van het perspectief gebracht. Daartegenover staat een voordeel op de lagere energielasten op de sportaccommodaties van € 0,55 miljoen. In 2023 hebben we geen buffer meer beschikbaar voor inflatieknelpunten. Mochten er nog voorstellen worden ingediend dan zullen deze ook ten laste van het perspectief worden gebracht. Voor de derde kwartaalrapportage kunnen nog voorstellen voor 2023 worden ingediend.

Lagere compensatie voor inflatie mei-circulaire

Het Rijk heeft ons aanvankelijk geen geld gegeven voor de hogere inflatie  die zich in de tweede helft van 2022 voordeed. In december 2022 kondigde het kabinet aan om dit alsnog te repareren. Hiermee hebben we in de vierde kwartaalrapportage ook rekening gehouden. Nu blijkt in de Mei-circulaire dat we alleen de prijsstijging gecompenseerd krijgen. De hogere loonstijging moeten we zelf betalen. Het gaat om een nadeel van € 4,5 miljoen. Vanaf 2024 is er daardoor minder geld beschikbaar in de inflatiebuffer.

Over loon- en prijs knelpunten vanaf 2024 nemen we nu nog geen besluit

Er zijn vanuit de organisatie nog meer knelpunten gemeld als gevolg van hogere prijzen. Het gaat vooral om de structurele effecten van prijsstijgingen. Deze nemen we mee bij de Programmabegroting 2024. We hebben dan meer zicht op de inflatieontwikkeling, de werkelijk hogere kosten en of de ruimte om de inflatiebuffer voldoende is om alle knelpunten te kunnen betalen.

Deze pagina is gebouwd op 03/20/2024 14:09:04 met de export van 03/20/2024 13:38:36