Het sociaal domein is volop in ontwikkeling. We stellen via deze kwartaalrapportage bijvoorbeeld de budgetten voor de bijstandsverlening en schuldhulpverlening bij.
Grootste aandachtspunt blijft de betaalbaarheid van de jeugdhulp. Deze staat onder druk. Ten eerste stijgen de kosten nog steeds jaarlijks, ook al is de kostengroei in 2021 en 2022 lager dan in de jaren daarvoor. In de jaarrekening 2022 hadden we een tekort van € 1,75 miljoen die ook doorwerkt naar 2023 en verder. Daarnaast zien we bij de jeugdhulp met verblijf tariefstijgingen omdat wij willen voldoen aan het bieden van reële tarieven. Ook nemen we maatregelen om de transformatie van dure jeugdzorg met verblijf om te zetten naar jeugdzorg thuis. Hiervoor is extra geld nodig, maar deze investeringen moeten zich minimaal terugverdienen.
De hervormingsagenda van de jeugdhulp is vastgesteld in de ALV van de VNG
Dit na lange onderhandelingen tussen het Rijk en de gemeenten. De oploop van de bezuiniging op de jeugdhulp in 2024 en 2025 wordt geschrapt. Dit levert ons eenmalig ongeveer € 4 miljoen op. Structureel moet wel de volledige besparing van € 1 miljard worden gehaald. Gemeenten hebben aangegeven dat ongeveer € 400 miljoen van de bezuinigingen nog niet onderbouwd is. Deze maatregelen moeten nog nader worden uitgewerkt. Een deskundigecommissie gaat ook een oordeel vellen over de haalbaarheid van de bezuinigingen.
Verder zijn er afspraken gemaakt over de inhoud van de hervormingsagenda en er zijn evaluatiemomenten ingebouwd.
We zijn bezig om maatregelen uit te werken om de zorgkosten te verlagen
We komen voor het zomerreces met een agendavoorstel hierover. Het gaat hierbij vooral om maatregelen om de niet gecontracteerde jeugdhulp terug te dringen. Maar ook om de afbakening van zorg die nu via de jeugdhulp wordt betaald, maar feitelijk geen jeugdhulp is. Verder willen we meer grip krijgen op de herindicaties richting de jggz.
We stellen daarom de volgende bijstellingen op de begroting voor
bedragen x € 1.000
omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | structureel |
---|---|---|---|---|---|---|
jeugdhulp met verblijf: extra kosten | -150 | -4.300 | -4.300 | -4.300 | -4.300 | -4.300 |
jeugdhulp met verblijf: taakstelling transformatie | 300 | 1.300 | 2.300 | 3.300 | 4.300 | 4.300 |
risicoreservering taakstelling transformatie | -6.900 | |||||
jeugdhulp zonder verblijf | -1.200 | -1.200 | -1.200 | -1.200 | -1.200 | -1.200 |
landelijke transitie arrangementen (LTA) jeugdzorg | -250 | -250 | -250 | -250 | -250 | -250 |
jeugdbescherming en reclassering | -300 | -300 | -300 | -300 | -300 | -300 |
bijstandsverlening | -857 | |||||
schuldhulpverlening | 123 | |||||
totaal | -9.234 | -4.750 | -3.750 | -2.750 | -1.750 | -1.750 |
jeugdhulp met verblijf: extra kosten
We hebben de jeugdhulp met verblijf aanbesteed. Hierin zitten een aantal effecten
De tarieven zijn verhoogd. Dit kost Almere ongeveer € 3 miljoen als de zorginzet vergelijkbaar is met die zorginzet van 2022. De tariefstijging wordt met name veroorzaakt door kwalitatieve aanpassingen van de producten 3-milieus behandeld wonen, begeleid wonen en pleegzorg. Daarnaast zullen aanbieders het huidige verblijfsaanbod geleidelijk gaan af- en ombouwen naar kleinschalige woonvoorzieningen. Dit moet leiden tot intensievere zorg en een kortere verblijfsduur. De tarieven van deze kleinschalige woonvoorzieningen liggen echter wel aanzienlijk hoger. Deze aanpassingen hebben tot doel extra uitgaven voor meerzorg te voorkomen en effectievere zorg te kunnen bieden.
Een van de maatregelen die sinds 2022 al wordt ingezet is de versnellingsaanpak en team AnderS. Dit is afgelopen jaar in het leven geroepen om de wachtlijsten voor verblijf terug te dringen door alternatieve oplossingen te bieden voor verblijf. En de door- en uitstroom uit verblijf te versnellen met “out of the box” maatregelen. De korte termijn resultaten van deze maatregelen zijn al zichtbaar en worden gezien als een belangrijke factor voor het aanjagen van de transformatie. Nu monitoren wij op het duurzame effect van deze maatregelen op het afnemen van het gebruik van jeugdzorg met verblijf. De inzet van deze maatregelen kost Almere € 1 miljoen per jaar. Het uitgangspunt is dat de inzet van deze maatregel op termijn leidt tot een aanzienlijke afname van intensievere verblijfsvoorzieningen en deze maatregelen daarmee zichzelf terugverdienen.
Er is een structurele bijdrage nodig aan het zorglandschap jeugd van € 0,2 miljoen. Dit is een platform met het jeugdzorgveld dat door Windesheim wordt georganiseerd. Dit bedrag is tot nu toe elk jaar incidenteel toegekend. Ook is er € 0,1 miljoen extra nodig om een volwaardige regiodirecteur Sociaal domein te betalen. Dit was voorheen een gecombineerde functie met de directeur sociaal domein van de gemeente Almere. Met het oog op de hervormingsagenda en de inrichting van een robuuste regio is de beschikbaarheid van een volwaardige regiodirecteur noodzakelijk.
jeugdhulp met verblijf: taakstelling transformatie
De nieuwe aanbesteding jeugdhulp met verblijf bevat meerdere maatregelen ten behoeve van de transformatie, zoals de inzet van RET 2.0, team AnderS, thuis op maat en de consultatiefunctie bij de jGGZ. Dit moet op termijn leiden tot een verminderde inzet van verblijfsproducten en meer inzet van zorg in de thuissituatie van de jeugdige. Het uitgangspunt is dat hierdoor ook de uitgaven voor verblijf de komende jaren zullen dalen bij een gelijkblijvende vraag.
De effecten van deze maatregelen zijn op dit moment nog onvoldoende te kwantificeren. De verwachting is dat in de loop van 2023 de eerste financiële resultaten zichtbaar worden omdat een aantal van de maatregelen al wordt ingezet. Ook wordt er momenteel door de aankoopcentrale een beheersplan uitgewerkt met maatregelen gericht op het financieel beheersbaar houden van de uitgaven voor jeugdhulp met verblijf.
risicoreservering taakstelling transformatie
Omdat de taakstelling op de transformatie nog onzeker is nemen we een risicoreservering hiervoor op. We reserveren 60% van de de totaal ingeboekte besparing in onze risicoreserve.
jeugdhulp zonder verblijf
De kosten voor de jeugdhulp zonder verblijf waren in 2022 € 1,35 miljoen hoger dan begroot. Er zijn vooral extra kosten gemaakt (€ 0,7 miljoen) voor zorg waarvoor geen contract was afgesloten. Dit komt door de wijziging van het woonplaatsbeginsel, maar ook doordat er meer 'passende' zorg buiten de contracten nodig is. Daarnaast zijn de kosten voor de gecontracteerde aanbieders € 0,5 miljoen hoger. We gaan ervan uit dat deze kosten structureel zijn en de bestaande taakstelling hiermee niet wordt opgehoogd.
De eerste maanden van 2023 laten een stijging zien van de uitgaven voor jeugdhulp zonder verblijf met 12% ten opzichte van de kosten 2022. De stijging is in lijn met een groei die reeds in 2022 zichtbaar was. We houden in de begroting rekening met een stijging van circa 9%. Het is nog niet zeker hoe deze groei zich de komende maanden zal ontwikkelen. Op dit moment wordt nog onderzocht wat de oorzaak is van de huidige groei. Mogelijk kan hier ook een verschuiving van zorgkosten in zitten bijvoorbeeld vanuit de afschaling vanuit jeugdhulp met verblijf.
landelijke transitie arrangementen (LTA) jeugdzorg
De kosten de LTA zorg waren in 2022 hoger dan verwacht. Het gaat om dure zorgvormen, sommige cliënten kosten meer dan € 100.000 per jaar. De zorg wordt landelijk ingekocht. Op de kosten hebben wij geen invloed. We verhogen daarom het budget structureel. Als de kosten meevallen verlagen we ook het budget.
jeugdbescherming en reclassering
Het aantal eerstejaars ondertoezichtstellingen is toegenomen in 2022. Dit komt vooral door het wegwerken van achterstanden op beschermingsonderzoeken bij de raad van de kinderbescherming. De kosten zijn daarom € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Samen met de maatregel om de caseload van jeugdbeschermers te verlagen verwachten wij dat de komende jaren de kosten niet zullen afnemen. We begroten daarom structureel € 0,3 miljoen extra kosten.
bijstandsverlening
Wij verwachten op de bijstandsverlening een nadeel van afgerond € 0,9 mln. We hebben gekeken hoe de verwachte uitgaven in Almere zich verhouden tot het geld dat we krijgen van het Rijk. Het geld wordt verdeeld via een objectief verdeelmodel. Het verdeelmodel van het Rijk geeft een voorspelling van hoe hoog de kosten van een gemeenten zouden moeten zijn op basis van de sociale structuur:
• We hebben gemiddeld minder bijstandsklanten dan voorspeld door het Rijk (€ 4,7 miljoen voordeel
Ons verwachte gemiddeld klantenaantal blijft dalen. In 2023 verwachten we gemiddeld 4.856 klanten te hebben. Dit is 474 lager dan het aantal klanten waar we van het Rijk geld voor krijgen
• Ons gemiddeld uitkeringsbedrag ligt ca. € 1.200 hoger dan het gemiddelde uitkeringsbedrag waar het Rijk vanuit gaat. Dit kost € 5,8 miljoen meer dan waar we van het Rij geld voor krijgen. Dit komt vooral omdat we in Almere relatief veel mensen hebben die niet werken en dus het volledige bijstandsuitkering ontvangen;
• We geven € 0,6 miljoen minder uit aan loonkostensubsidie. Van het Rijk ontvangen wij hiervoor € 4,5 miljoen, we geven hier ongeveer € 3,9 miljoen aan uit. De uitgaven voor loonkostensubsidie groeien sinds 2021 niet echt meer. Bij andere gemeenten stijgen de kosten wel. Omdat ons aandeel in het geheel hierdoor afneemt, krijgen we minder geld voor de loonkostensubsidie van het Rijk. In 2022 was ons budget (en voordeel) € 1,1 miljoen hoger. Als deze ontwikkeling door blijft gaan zal het budget voor loonkostensubsidie de komende jaren verder dalen.
• We verwachten een nadeel op terugvordering & verhaal van € 0,6 miljoen. De inkomsten komen uit op ongeveer € 1,4 miljoen. De daling van deze inkomsten doet zich sinds 2020 voor. Dit komt onder andere door de verbeterde handhaving en preventie waardoor minder mensen onterecht een uitkering ontvangen. Ook hebben we in 2023 een rechtszaak verloren, waardoor we een grote terugvordering moeten afboeken.
• We houden € 0,2 miljoen over diverse andere onderdelen.
schuldhulpverlening
Op de schuldhulpverlening is met name door lagere kosten van het aanbestedingstraject, een onderbesteding van afgerond € 0,12 miljoen..