Afwijkingen per risicogroep

De veiligheidsregio heeft voor 2023 de effecten vanuit de nieuwe CAO nog niet doorberekend aan de gemeenten. De extra bijdrage voor Almere bedraagt € 559.000. Het effect van de loonmutatie 2023 werkt structureel door naar 2024 en verder.

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen hard gestegen. In de Programmabegroting 2023 hebben we de budgetten voor 2023 en 2024 daarom met circa € 6 miljoen per jaar verhoogd. In afwachting van de ontwikkeling van de energietarieven hebben we dat toen niet structureel doorgevoerd. We hebben de energiekosten opnieuw berekend op basis van het huidige verbruik en tarieven. Doordat de tarieven de laatste tijd weer zijn gedaald verwachten we dat het extra geld in 2024 niet helemaal nodig is. Hiervan kan € 4 miljoen weer vrijvallen. Omdat de budgetten vanaf 2025 nog niet hadden aangepast is hiervoor structureel € 2,1 miljoen extra nodig.

Bij de Programmabegroting 2023 is besloten om de gesubsidieerde instellingen 5,58% loon- en prijscompensatie
te geven. Dit is het geld dat we ook van het Rijk kregen. De instellingen hadden 7,32% moeten krijgen volgens de inflatiecijfers.

De energiekosten van de GGD nemen naar verwachting met € 100.000 toe. Vanaf 2025 gaan we opnieuw kijken naar de hoogte van de energiekosten.

De afspraak is dat de tarieven van de jeugdhulp zonder verblijf worden geïndexeerd op basis van indexen (OVA en PPC). De definitieve OVA index 2023 is hoger dan de gebruikte OVA index bij de indexatie van de tarieven in 2023. De tarieven 2024 worden hierop gecorrigeerd. Dit kost € 0,4 miljoen.

De huisvestingskosten zijn toegenomen als gevolg van de hoge inflatie.

Contractueel zijn wij verplicht jaarlijks per 1 januari de tarieven te indexeren met de zogenaamde NEA index. Het indexatie percentage 2023 is 13,7% voor het taxivervoer en 10,7 % voor het busvervoer. Dit leidt tot een structureel knelpunt van € 190.000.
In de rapportage van het 4e kwartaal 2022 is door het college besloten dat prijsstijgingen alleen incidenteel voor 2023 worden toegekend. Daarom wordt de structurele component van dit knelpunt in de programmabegroting ingebracht.

Voor het stadstoezicht huren wij boa's in via een externe partij. Deze partij volgt de cao van de gemeente. Wij hebben in de begroting 2023 het inhuurbudget verhoogd voor prijsstijgingen, maar de lonen zijn harder gestegen (12-13%). Hierdoor komen we geld tekort. Als we het budget niet alsnog verhogen kunnen we steeds minder capaciteit inzetten op straat.

De inhuurtarieven voor externe medewerkers van ons klant contact centrum (KCC) zijn hard gestegen. Door de cao-verhoging gemeente per 1 januari 2023 en het doorberekenen per 1 juli van hogere pensioenlasten en een toeslag voor ziekte en leegloop zijn de tarieven van Startpeople met 26,8% gestegen ten opzichte van 2022. Hiervan is 5% gecompenseerd. Door dit verschil kan KCC minder mensen inzetten dan noodzakelijk is om de werkzaamheden te continueren.

Voor 2023 is budget beschikbaar gesteld om de inflatie op te kunnen vangen. Besloten is om eerst aan te kijken hoe de prijzen zich daadwerkelijk zouden ontwikkelen, voordat middelen voor de jaren daarna beschikbaar zouden worden gesteld. Inmiddels kunnen we zeggen dat de prijsstijgingen uit 2022 en 2023 zich structureel voordoen.

In het vierde kwartaal van 2024 wordt het collectieve vervoer en de klachtencoördinatie opnieuw aanbesteed. De kosten van het collectieve vervoer zullen stijgen tot een marktconform prijsniveau. Tot nu toe waren de kosten niet marktconform omdat we een lump sum contract hadden met één aanbieder. Dit mag nu niet, meer.

Daarnaast zal het collectieve vervoer op een andere manier aangeboden worden aan de inwoners. Hiervoor is een mobiliteitsvisie opgesteld. Deze kosten zijn afzonderlijk als afweegbaar opgenomen in de begroting.

Naast het beheer en onderhoud verzorgt Tomin ook de zogenaamde 'schoonbestekken'. Het gaat hier om het legen van prullenbakken en het opruimen van zwerfvuil. We hebben met Tomin afgesproken dat het budget elk jaar wordt verhoogd met de consumentenprijsindex. Deze is hoger dan de indexatie die wij hebben gekregen van het Rijk en in onze begroting hebben verwerkt. Dit leidt tot een structureel tekort van € 0,3 miljoen.

de prijsstijging per contractleverancier voor 2023 is afgestemd met de gemeente.. De gemiddelde prijsstijging is 10%. De compensatie voor de dekking van de lonen en prijzen is 5%. Daardoor ontstaat er een financieel knelpunt.

Eind 2023 loopt het contract met de huidige aanbieder van schuldhulpverlening af. Er heeft daarom een aanbesteding plaatsgevonden. Uitkomst is dat als gevolg van de huidige marktomstandigheden het nieuwe contract vanaf 2024  € 0,3 miljoen duurder wordt.

De Bibliotheek en Kunstlinie hebben laten weten dat geconfronteerd zijn met de gestegen energielasten en loonkosten.
Er is afgesproken dat de volgende lijn wordt gehanteerd:
1. In principe lost de instelling het knelpunt eerst op binnen het eigen vermogen of jaarresultaat
2. We bekijken het knelpunt van jaar op jaar (in ieder geval niet langer dan de lengte van het energiecontract). We zien nu al dat de energieprijzen lager zijn dan een half jaar geleden. We stellen dus geen budget structureel beschikbaar.
3. Uiteindelijk besluit het college en de gemeenteraad over toekenning van het extra budget bij de financiële kwartaalrapportages.

De Bibliotheek kan in 2023 de gestegen kosten dekken uit de egalisatiereserve maar in 2024 is deze niet meer toereikend.
Kunstlinie heeft een negatief eigen vermogen en daardoor geen ruimte om de extra kosten zelf te dekken. Op basis van het werkelijke verbruik tot en met juni verwachten zij voor 2023 een knelpunt van € 130.000. Vanwege de onzekerheid op de markt is het knelpunt voor 2024 nog niet in te schatten. Bij deze begroting wordt ook een krediet aangevraagd voor duurzaamheidsmaatregelen bij de Bibliotheek. Dat zou op termijn een daling van de energielasten met zich mee moeten brengen.

Het ministerie van VWS heeft in de Staatscourant van december 2022 aangekondigd dat de pleegvergoeding voor pleegouders in verband met de sterke inflatie wordt verhoogd met 14,3%. Jeugdhulpaanbieders zijn op grond van deze aankondiging verplicht de hogere bijdrage te vergoeden aan pleegouders.

Omdat de pleegvergoeding een groot onderdeel uitmaakt van het tarief is het tarief extra verhoogd om de jeugdhulpaanbieders te compenseren voor deze kosten.